afstammen werkw. Verbuigingen: stamde af Verbuigingen: afgestamd 1) 'afstammen van': een nakomeling zijn van 2) in directe lijn teruggevoerd kunnen worden Synoniemen: afkomstig zijn ontspruiten ontspruiten aan spruiten stammen voortkomen 
1) Stammen 2) Spruiten 3) Voortkomen uit 4) Ontspruiten aan 5) Ontspruiten 6) Voortkomen 7) Afspruiten 8) Afkomstig zijn 9) Afdalen 10) Zijn oorsprong ontlenen 11) Zijn oorsprong ontlenen aan 12) Weigeren 
de naam Cor stamt af van Cornelis vb: waar het vandaan komt, waar het familie van is
•"~ van": een nakomeling zijn van •in directe lijn teruggevoerd kunnen worden.
personen- en familierecht: wettelijke regels m.b.t. bloedverwantschap, ontkenning van het vaderschap, erkenning, gerechtelijke ...