tenger bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈtɛŋər ] Afbreekpatroon: ten·ger (van iemand) slank en fijntjes Voorbeeld: 'een fotomodel met een tenger figuurtje' Synoniem: rank Synoniemen: breekbaar broos delicaat dun fijn fijngebouwd fijngevoelig fijntjes fragiel frèle iel kwetsbaar lichtgebouwd mager rank slank spichtig sprieterig teder teer zwak...
1) Breekbaar 2) Broos 3) Delicaat 4) Dun 5) Fijn 6) Fijn gebouwd 7) Fijngebouwd 8) Fijngevoelig 9) Fijntjes 10) Fragiel 11) Frêle 12) Gevoelig 13) Iel 14) Kwetsbaar 15) Lang en smal 16) Lichtgebouwd 17) Mager 18) Mager en lang 19) Niet dik 20) Niet fors 21) Onbeduidend 22) Pieterig 23) Rank 24) Rank en slank 1) Breekbaar 2) Broos 3) Delicaat 4) Dun 5) Fragiel 6) Frêle 7) Fijn 8) Fijngebouwd 9) Fijngevoelig 10) Gevoelig 11) Graciel 12) Iel 13) Kwetsbaar 14) Lichtgebouwd 15) Mager 16) Onbeduidend 17) Pieterig 18) Rank 19) Slank 20) Smal 21) Smeer 22) Spicht 23) Spichtig 24) Sprieterig 25) Sprietig 26) Teer 
slank, teer (toon de herkomst via de etymologiebank)
slank en fijngebouwd vb: ze heeft een tenger figuurtje
•smal van postuur.
slank, teer
slank, teer