
1.bw. Voorbeeld: ‘
Weerom dubde het meisje een tijd en terbinst stonden hare ogen op de schone, dikke, geelbekorste wafel’ 2.vw. Voorbeeld: ‘
Hij grommelde binnensmonds en geeuwde en trappelde rond, wankelwillig en drentelend terbinst Doka het stro effenschudde en zich neerliet in de polk die Ghielen gewarmd had’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.