
terugleggen werkw. Uitspraak: [ tə'rʏxlɛxə(n) ] Afbreekpatroon: te·rug·leg·gen Vervoegingen: legde terug (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft teruggelegd (volt.deelw.)
iets weer neerleggen op de plaats waar je het gevonden hebt Voorbeeld: 'in de supermarkt een reep chocolade eerst nemen maar dan terugleggen omdat je er dik van wor...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/terugleggen

1) Terugplaatsen 2) Terugzetten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Terugleggen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.