de theelepel zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: thee·le·pel Verbuigingen: theelepels (meerv.) Verbuigingen: theelepeltje (verkleinwoord) 1) een kleine lepel om thee mee te roeren Voorbeeld: 'Hij kreeg een theelepeltje bij de thee.' 2) de hoeveelheid die in een theelepel past (met een volume van 5 ml) Voorbeeld: 'ne... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/theelepel