de tijdgenoot zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈtɛitxənot ] Afbreekpatroon: tijd·ge·noot Verbuigingen: tijdgenoten (meerv.) iemand die in dezelfde periode leeft Voorbeeld: 'Cervantes en Shakespeare waren tijdgenoten.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tijdgenoot