Zie ook:
tippel

tippelen werkw. Uitspraak: [ ˈtɪpələ(n) ] Afbreekpatroon: tip·pe·len Vervoegingen: tippelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getippeld (volt.deelw.)
1) met kleine, vlugge pasjes lopen Voorbeeld: 'De jonge hondjes tippelden over het keukenzeil.' Synoniem: trippelen
2) (van prostituees) op straat naar klanten ...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/tippelen

1) Banen 2) Flink op wandelen 3) Hoereren 4) Lopen 5) Met vlugge pasjes lopen 6) Vigileren 7) Wandelen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tippelen/1

1) Banen 2) Hoereren 3) Lopen 4) Tippen 5) Vigileren 6) Wandelen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tippelen/1

met kleine pasjes lopen; zich op straat prostitueren (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/tippelen

(Amsterdams) ergens onbewust in terechtkomen, in de maling genomen ('hij is erin getippeld')
Gevonden op
http://www.mokums.nl/cursus_amsterdams.html

de baan opgaan (van hoeren) -
Jaar van herkomst: 1906 (MOO )
met korte pasjes gaan -
Jaar van herkomst: 1840 (WNT )
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
(Uit `De sociologische structuur onzer taal - De Jodentaal.`, 1914) (Joodsche volkst.): struikelen, over iets vallen, vallen. (Waarschijnlijk van Hebr. tippal: gij valt, van naphal: vallen)
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10740

(
Bargoens, 1914) loopen, op roof uitgaan, op de baan loopen (voor meiden)
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10741

(
Bargoens, 1914) verdienen
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10741
Geen exacte overeenkomst gevonden.