gluipend toekijken, toezien - Voorbeeld: ‘De angst doorrilde haar en zonder de blik te durven wenden, bleef zij strak, de ogen wijd open, de verschrikking aanstaren, die haar toegluipte uit de donkere diepten van het hout’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php