Besparen definities

Zoek op
Zie ook: bespaar

besparen

besparen logo #1000 besparen werkw. Uitspraak: [ bəˈsparə(n) ] Afbreekpatroon: be·spa·ren Vervoegingen: bespaarde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bespaard (volt.deelw.) 1) minder uitgeven of verbruiken Voorbeelden: 'brandstof besparen' , 'besparen op de energierekening' 2) ervoor zorgen dat iemand niet iets vervelends overkomt...
Gevonden op https://woorden.org/woord/besparen

Besparen

Besparen logo #10101) Zuinig zijn met 2) Matigen 3) Vrijhouden van iets 4) Versoberen 5) Ontsparen 6) Economiseren 7) Niet belasten met 8) Korten 9) Uitzuinigen 10) Uitwinnen 11) Sauveren 12) Uitsparen 13) Sparen 14) Beknibbelen 15) Bezuinigen 16) Vrijwaren
Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Besparen/1

besparen

besparen logo #11331minder geld uitgeven vb: je bespaart veel geld als je niet op vakantie gaat
er bleef hem niet veel bespaard [hij moest veel vervelende dingen meemaken]
die moeite had je je kunnen besparen [je had dat niet hoeven doen]
Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/

Besparen

Besparen logo #10003 Besparen houdt in dat er minder van een bepaald iets wordt gebruikt. Het doel is vaak het besparen van geld.
Gevonden op https://nationaalbespaarcentrum.nl/

besparen

besparen logo #10814•("algemeen") minder van iets gebruiken of verbruiken. • [economie] minder geld uitgeven, bezuinigen. • [figuurlijk] niet met iets geconfronteerd willen worden.
Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/besparen

besparen

besparen logo #11619bezuinigen; iemand sparen
Gevonden op https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
Geen exacte overeenkomst gevonden.