I a de toeschouwer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈtusxɑuwər ] Afbreekpatroon: toe·schou·wer Verbuigingen: -s (meerv.) I b de toeschouwster zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈtusxɑuwstər ] Afbreekpatroon: toe·schou·wer Verbuigingen: -s (meerv.) iemand die naar iets kijkt of die iets ziet Voorbeeld: 'Na de voorstelling applaudisseerden d...
1) Aanwezige 2) Getuige 3) Iemand die een voorstelling bijwoont 4) Kijker 5) Omstander 6) Pottenkijker 7) Spectator 8) Toekijker 9) Toeziener 1) Aanwezige 2) Getuige 3) Kijker 4) Kijkster 5) Observator 6) Omstander 7) Spectator 8) Supporter 9) Toekijker 
wie naar iets kijkt of het ziet gebeuren vb: de toeschouwers applaudisseerden voor de clown Synoniem: kijker
•iemand die naar iets kijkt. •een bezoeker van een wedstrijd of een voorstelling.
iemand die iets aanziet; iem. die naar een voorstelling, wedstrijd e.d. kijkt. bezoeker van en kijker met enige aandacht naar toneelstuk, ook wel spectator (passiever-Eng.). Deel van het publiek.
Persoon die komt kijken naar een productie. Al die personen samen vormen het publiek.
Te gebruiken voor personen die bij evenementen aanwezig zijn en deze bekijken. Gebruik 'kijkers (personen)' voor personen die exposities, losse kunst- of architectonische werken, televisieprogramma's of bioscoopfilms bekijken. Gebruik 'publieksgroepen' voor groepen toeschouwers of kijkers