toespelen werkw. Uitspraak: [ 'tuspelə(n) ] Afbreekpatroon: toe·spe·len Vervoegingen: speelde toe (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft toegespeeld (volt.deelw.) 1) (iemand iets) geven zonder dat anderen het merken Voorbeeld: 'iemand stiekem geld toespelen' 2) (de bal) naar een andere speler schoppen of gooien Gevonden op https://www.woorden.org/woord/toespelen