
[
Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Togtsloot``] Eene gracht, gewoonlijk van onbeduidende grootte en breedte, die door een akker, eene weide, enz. loopt, om het regen- of grondwater, daarvan af te leiden. Door het digten van zulke sloten, kan men zeer gemakkelijk het terrein, tot welks droogmaking zij diende, moerassig maken; ook op de zo...
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0021.htm
Geen exacte overeenkomst gevonden.