de totalisator zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: to·ta·li·sa·tor Verbuigingen: totalisators (meerv.) Verbuigingen: totalisatortje (verkleinwoord) 1) apparaat met behulp waarvan totalen berekend en geregistreerd kunnen worden, telmachine 2) machine die totalen berekent t.b.v. de gokkers op wedstrijden 3) ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/totalisator