de triller zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: tril·ler Verbuigingen: trillers (meerv.) Verbuigingen: trillertje (verkleinwoord) een snelle afwisseling van twee tonen, gewoonlijk over een kleine of grote secunde Voorbeeld: 'In barokmuziek begon een triller op de bovensecunde, later werd het gebruikelijk juist op de ondersecunde te beginnen.... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/triller
Versiering van een toon door de snelle, herhaalde afwisselingen tussen de hoofdtoon en de daarboven of daaronder liggende (halve) toon
Gevonden op http://www.hoorn.be/muziektermen.htm