triolet zelfst.naamw. Afbreekpatroon: tri·o·let Verbuigingen: trioletten (meerv.) 1) dichtstukje van acht regels, waarin de eerste regel na de derde wordt herhaald, en na de zesde de eerste twee regels 2) triool . 1 definitie...
1) Achtregelig dichtstuk 2) Achtregelig gedicht 3) Achtregelig vers 4) Dichtkunst 5) Dichtstuk 6) Dichtstuk van acht regels 7) Dichtstukje 8) Dichtstukje van acht regels 9) Dichtvorm 10) Gedicht 11) Gedichtvorm 12) Plaats in Mauritius 1) Dichtstuk 
dichtvorm (toon de herkomst via de etymologiebank)
Etym: Fr. diminutief van trio = drietal, zo genoemd naar het driemaal voorkomen van één versregel. - In het begin van de 14de eeuw ontstane Franse dichtvorm, eigenlijk een rondeel, van acht octosyllabische versregels of alexandrijnen. De benaming `triolet` dateert uit de 16de eeuw en slaat op de drie versregels 1, 4 ...
Een acht-regelige strofe van achtlettergrepige versregels met het rijmschema: ABaAabAB of ABbAbaAB De eerste regel komt dus terug als vierde en zevende, terwijl de tweede regel als laatste regel terugkeert. 
Onder het triolet - dat men vooral in de Rederijkerstijd tegenkomt - verstaat men een achtregelige strofe, waarbij de volgende versregels aan elkaar gelijk moeten zijn: 1 - 4 - 7 2 - 8 Regel 5 moet rijmen op regel 1 en regel 6 op regel 8.