de trompet zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ trɔmˈpɛt ] Afbreekpatroon: trom·pet Verbuigingen: trompetten (meerv.) koperen blaasinstrument met ventielen Synoniemen: bazuin blaasinstrument klaroen muziekinstument piston toeter 8 definities...
1) Alpenhoorn 2) Bazuin 3) Blaasinstrument 4) Cornet 5) Flümpet 6) Klaroen 7) Piston 8) Ruiterijtrompet 9) Schuiftrompet 10) Signaalhoorn 11) Toeter 12) Trombone 13) Tuba 14) Ventieltrompet 1) Bazuin 2) Blaasinstrument 3) Blaasinstrument met drie toetsen 4) Buis van eustachius 5) Fanfare-instrument 6) Klaroen 7) Koperen blaasinstrument 8) Muziekinstrument 9) Orkestinstrument 10) Piston 11) Signaalhoorn 12) Toeter 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Trompet``] Muzijkinstrument. Zie Muzijk
koperen blaasinstrument (toon de herkomst via de etymologiebank)
koperen blaasinstrument met schetterend geluid vb: oom Walter speelt de trompet bij onze fanfare
blaasinstrument
[klassieke muziek] Koperblaasinstrument met een cilindrische buis en aan het eind een trechtervormige beker. Helder en briljant van toon. De trompet heeft drie ventielen. De schuiftrompet niet: daarmee wordt de toon gemaakt door het verlengen en verkorten van de buis. Een bekende Nederlandse trompettist is Peter Masseurs.
blaasinstrument
1> trechtervormige metalen afdekking van de top van de mast, waarmee het inwateren van de masttop voorkomen wordt. Vaak aan de bovenzijde voorzien van de trommelstok met vleugel. [ Afbeeldingen ] 2> onderdeel van het inlaatspruitstuk bij (zuig)gasmotoren. De trompet is een soort fabrieksafstelling die de verhouding tussen lucht en krachtgas ...
Let op: Spelling van 1914 ben. e. Zie IPOMOEA NIL.
In algemene zin: alle blaasinstrumenten, bespeeld door lipspanning, en meestal met cylindrische boring. In specifieke zin: blaasinstrumenten in moderne westerse context met een wijd mondstuk, smalle boring, kleppen en een middelgrote klankhals en klankbeker