de tuil zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: tuilen (meerv.) Verbuigingen: tuiltje (verkleinwoord) 1) bos bloemen Voorbeeld: 'Met de linkerhand legt zij een bloementuil op het graf; in de rechterhand houdt zij een roos en met de rechterarm houdt zij nog een tuil voor haar borst.' 2) bloemenslinger of bloemenkrans in het haar... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tuil
bloemgestel dat structureel helemaal gelijk is aan een pluim, maar met verkorte internodia van de hoofdas, en met verlengde lagere internodia van de zijassen, waardoor alle bloemen ongeveer in eenzelfde vlak komen te liggen (bv. Vlier) (= corymbus)
Gevonden op http://www.wisiwis.ugent.be/glossary.php
1) sierstuk van fraai geschikte en tot een bos samengebonden snijbloemen, vaak vermengd met allerlei groen ter versiering, dat wat de omvang betreft geschikt is om in de hand gedragen te worden; boeket 2) trosvormige en bovenaan platte bloeiwijze Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/tuil