Tuk definities

tuk

I tuk bijv.naamw. 1) ''tuk zijn op iets'' graag hebben Voorbeeld: 'Hij was niet zo tuk op dat soort dingen.' 2) ''iemand tuk hebben'' iemand een grappige streek geleverd hebben Voorbeeld: 'De leerlingen hadden me goed tuk vandaag.' II de tuk zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: tukken (meerv.) Verbuigingen: tukje (verkle...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tuk

---

Tuk

1) Aard 2) Afgericht 3) Beet 4) Begerig 5) Belust 6) Beurs 7) Categorie 8) Geslepen 9) Gespitst 10) Graag 11) Gretig 12) Happig 13) Heet 14) Inborst 15) Kneep 16) List 17) Mak 18) Opgebrand 19) Poos 20) Ras 21) Slaapje 22) Sluw 23) Soort 24) Stoot 25) Verzot 26) Vinnig
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tuk/1

---

Tuk

1) Beet 2) Begerig 3) Begerig naar 4) Belust 5) Belust op iets 6) Dol 7) Dutje 8) Fel 9) Flink 10) Graag 11) Gretig 12) Handige streek 13) Hap 14) Happig 15) Hazenslaap 16) Hazenslaapje 17) Inborst 18) Korte stoot 19) Levendig 20) Lichte slaap 21) Lust 22) Niet afkerig 23) Plaats in de Benelux 24) Plaats in Nederland
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tuk/1

---

Tuk

Let op: Spelling van 1858 geslepen, afgerigt: tuk op roof
Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/

---

tuk

begerig (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/tuk

---

tuk

•"~ zijn op" iets graag hebben. •"iemand ~ hebben" iemand een grappige streek geleverd hebben •tweede betekenisomschrijving
Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/tuk

---

tuk

dutje
Jaar van herkomst: 1779 (WNT )
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

---

Tuk

[Soldatentaal, 1914] iemand tuk nemen: iemand erin laten loopen. Iemand tuk hebben: erin hebben laten loopen.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742

---