Tuk definities

Zoek op

tuk

tuk logo #1000 I tuk bijv.naamw. 1) 'tuk zijn op' iets graag hebben of lusten, dol op iets zijn 2) 'iemand tuk hebben' iemand een – al dan niet grappig bedoelde – streek leveren II de tuk zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: tukken Verbuigingen: tukje 1) een korte periode van slaap 2) 'Twente': broekzak...
Gevonden op https://woorden.org/woord/tuk

Tuk

Tuk logo #10101) Korte stoot 2) Graag 3) Dutje 4) Gretig 5) Stoot 6) Plaats in de Benelux 7) Plaats in Nederland 8) Plaats in Overijssel 9) Vinnig 10) Inborst 11) Flink 12) Hazenslaapje 13) Lichte slaap 14) Hazenslaap 15) Happig 16) Hap 17) Handige streek 18) Zeer gesteld op 19) Vlot 20) Verzot op 21) Slinkse streek
Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tuk/1

tuk

tuk logo #11344dutje
Jaar van herkomst: 1779 (WNT )
Gevonden op https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

Tuk

Tuk logo #10608Let op: Spelling van 1858 geslepen, afgerigt: tuk op roof
Gevonden op https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/

Tuk

Tuk logo #10742 [Soldatentaal, 1914] iemand tuk nemen: iemand erin laten loopen. Iemand tuk hebben: erin hebben laten loopen.
Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10742

tuk

tuk logo #11306begerig (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op https://etymologiebank.nl/trefwoord/tuk

tuk

tuk logo #10814•"~ zijn op" iets graag hebben. •"iemand ~ hebben" iemand een grappige streek geleverd hebben •tweede betekenisomschrijving
Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/tuk
Geen exacte overeenkomst gevonden.