de uier zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'œyjər ] Afbreekpatroon: ui·er Verbuigingen: uiers (meerv.) klier die bij zoogdieren als koeien, schapen en geiten als een soort zak onder aan de buik hangt en waarin de melk wordt gemaakt Voorbeeld: 'een koe met volle uiers' Synoniemen: koeieuier melkklier 3 definities...
1) Boezem 2) Bron van moedermelk 3) Deel van een dier 4) Deel van een koe 5) Dierlijk lichaamsdeel 6) Edder 7) Elder 8) Gier 9) Jaar 10) Jadder 11) Klier 12) Lichaamsdeel van een dier 13) Lichaamsdeel van een koe 14) Mam 15) Melkborst 16) Melkklier 17) Melkklier van een koe 18) Melkvat 19) Speen 20) Uur 1) Edder 2) Elder 3) Melkklier 4) Tet 
melkklier (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [veeteelt] melkklier van een herkauwer, vergelijkbaar met een vrouwenborst.
melkklier