uitblijven werkw. Uitspraak: [ ˈœydblɛivə(n) ] Afbreekpatroon: uit·blij·ven Vervoegingen: bleef uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is uitgebleven (volt.deelw.) niet gebeuren terwijl je dat wel had verwacht Voorbeeld: 'Ik heb veel sollicitatiebrieven geschreven maar de reacties bleven uit.' Synoniem: wegblijven Synoniemen: uitstaan ...
1) Achterblijven 2) Achterwege blijven 3) Intermissie 4) Niet gebeuren 5) Niet komen 6) Tarderen 7) Uitstaan 8) Wegblijven 9) Zich niet voordoen 1) Tarderen 2) Uitstaan 3) Wegblijven 
niet gebeuren, achterwege blijven vb: een grote woedeaanval is uitgebleven
• [erga] ondanks alle verwachting niet optreden. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
niet te voorschijn komen, zich niet voordoen