haaks bijv.naamw. Uitspraak: [ haks ] met een hoek van 90 graden Voorbeeld: 'De twee vlakken staan haaks op elkaar.' Synoniem: loodrecht haaks staan op (tegenstrijdig zijn of strijdig zijn met) 'Hun meningen staan haaks op elkaar.' Hou je haaks! informeel (<dit zeg je als je iemand sterkte wenst>) Synoniem: hou je goed Syno...
1) Dwars 2) Hou je goed 3) In een rechte hoek 4) In orde 5) Loodrecht 6) Loodrecht op 7) Rechthoekig 8) Rechtkantig 9) Rechtstandig 10) Taai 1) Dwars 2) Loodrecht 3) Recht 4) Rechthoekig 
in een rechte hoek ten opzichte van elkaar vb: deze twee planken staan haaks op elkaar
Zandbank (b.v. Noorderhaaks)
Haaks betekent: onder een hoek van 90 graden, dus loodrecht op het andere vlak. Eng, square, at right angles; haaks op is perpendicular to, at right angles to, square to; niet haaks is out of square; zuiver haaks is dead square