
uitdrinken werkw. Uitspraak: [ 'œydrɪnkə(n) ] Afbreekpatroon: uit·drin·ken Vervoegingen: dronk uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgedronken (volt.deelw.)
1) (drank) opdrinken Voorbeeld: 'je koffie uitdrinken'
2) leegdrinken Voorbeeld: 'je beker melk uitdrinken' Synoniemen: ledigen leegdrinken leegma...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uitdrinken

1) Ledigen 2) Opdrinken 3) Leegdrinken 4) Uitzuipen 5) Uitklokken 6) Leegmaken 7) Uitlappen 8) Legen 9) Uitpooien 10) Uitkuisen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitdrinken/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.