1) met krenkende, spottende of verwijtende woorden, en vooral met scheldwoorden, toespreken of overladen; uitschelden; flink de waarheid zeggen; heftig uitvaren tegen; hevig beschimpen; de mantel uitvegen; uitkafferen; uitveteren 2) ten einde toe foeteren; uitrazen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/uitfoeteren