de uitgang zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'œytxɑŋ ] Afbreekpatroon: uit·gang Verbuigingen: uitgangen (meerv.) 1) plaats waar iemand of iets naar buiten kan Voorbeelden: 'de uitgang van een gebouw' , 'bij brand door de nooduitgang naar buiten gaan' , 'Het signaal gaat door de uitgang van het apparaat naar de ingang van een ander... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitgang
1) Buitendeur 2) Deel van een gebouw 3) Deur 4) Deur naar buiten 5) Deur waardoor men een ruimte kan verlaten 6) Einde 7) Exit 8) Opening 9) Opening om een gebouw te verlaten 10) Opening waardoor men naar buiten gaat 11) Plaats waar men een gebouw verlaat 12) Poort 13) Taalkundige term 14) Uitloop 15) Uitrit Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitgang/1
opening waardoor je naar buiten gaat vb: weet u waar de uitgang van dit gebouw is? Synoniem: exit Tegenstellingen: ingang entree deel dat wordt toegevoegd vb: de uitgang van 'beantwoordt' bestaat uit een t Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=uitgang