
leken, lekend uitvloeien, uitlekken, wegsterven - Voorbeeld: ‘
En weer zoetjes nu, ingehouden klommen (...) haar fijn neuriende triltoontjes omhoog in een smachtend gekweel dat zij stille liet uitpiepen (...) een stamelend wegsterven, een uitlekende liefdeklacht vol zuchten’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0023.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.