
verhuizen, uitdragen - Voorbeeld: ‘
In een ogendraai had de pastoor de uitverhuisde, arme doening opgemerkt’ (Langs Wegen 72) - Voorbeeld: ‘
De jongens verstonden er niets van waarom ze weg moesten. Ze hielpen jolig de kast en de bedden uitsmijten en droegen elk een stuk nevens vader die de zwaar geladen kortewegen voortzeulde, ze he...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0023.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.