uitvogelen werkw. Afbreekpatroon: uit·vo·ge·len Verbuigingen: vogelde uit Vervoegingen: uitgevogeld (volt.deelw.) Iets uitzoeken, uitdokteren vaak op een meer praktische- en effectieve- dan streng wetenschappelijke manier. Voorbeeld: 'De organisatie wil uitvogelen welke strategieën effectief zijn om grote groepen mensen te mobiliseren..... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitvogelen