
uitdokteren werkw. Uitspraak: [ 'œydɔktərə(n) ] Afbreekpatroon: uit·dok·te·ren Vervoegingen: dokterde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgedokterd (volt.deelw.)
bedenken en uitproberen hoe iets moet Voorbeelden: 'een strategie uitdokteren' , 'nieuwe recepten uitdokteren' Synoniem: uitzoeken Synoniemen: bedenken uitdenken...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/uitdokteren

1) Met enige moeite uitzoeken 2) Bedenken 3) Uitknobbelen 4) Uitkienen 5) Uitdenken 6) Uitpuzzelen 7) Uitvinden 8) Navorsen 9) Uitvlooien 10) Uitvogelen 11) Uitzoeken
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitdokteren/1

bedenken, oplossen
Voorbeeld: Laat haar maar uitdokteren hoe ze het de ober duidelijk maakt in deze herrie, dacht ik.
Gevonden op
https://moeilijkewoorden.org/moeilijke-woorden-met-betekenis/
Geen exacte overeenkomst gevonden.