1.buitenste, bovenste laag Voorbeeld: ‘Op de bulten van 't land, op de daken, op alle uitwendigheden ligt de wittigheid als een tintelingje ijzel’ 2.uitsteeksel Voorbeeld: ‘Het ingewikkeld en niet te bepalen kleurmengsel dat op de steenoude strodaken prijkt, waar mos en woekerkruid de verweerde uitwendigheid in een weefsel van goud... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0023.php