uitwonend bijv.naamw. Afbreekpatroon: uit·wo·nend 1) op een andere plaats dan de normale plaats wonend, extern wonend Voorbeeld: 'De au pair en het gastgezin handelen in strijd met de regeling voor au pairs als de au pair niet woont bij het gastgezin in huis.' 2) ''(van kinderen)'' niet in het ouderlijk huis wonend... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitwonend