Vaccineren definities

Zoek op
Zie ook: vaccineer

vaccineren

vaccineren logo #1000 vaccineren werkw. Uitspraak: [ vɑksi'nerə(n) ] Afbreekpatroon: vac·ci·ne·ren Vervoegingen: vaccineerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevaccineerd (volt.deelw.) iemand een vaccin toedienen Voorbeeld: 'je laten vaccineren tegen hepatitis A' Synoniem: inenten Synoniemen: inenten inoculeren
Gevonden op https://woorden.org/woord/vaccineren

Vaccineren

Vaccineren logo #10101) Medische term 2) Inoculeren 3) Injecteren 4) Inenten
Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Vaccineren/1

vaccineren

vaccineren logo #11344inenten met koepokstof
Jaar van herkomst: 1824 (WEI )
Gevonden op https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

Vaccineren

Vaccineren logo #10765Inenten..
Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10765

vaccineren

vaccineren logo #11306inenten met koepokstof (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op https://etymologiebank.nl/trefwoord/vaccineren

vaccineren

vaccineren logo #11331een stof in zijn lichaam spuiten, waardoor hij een bepaalde ziekte niet krijgt vb: om te voorkomen dat ze ziek worden, zijn deze mensen gevaccineerd Synoniem: inenten
Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.