vast, tastbaar - Voorbeeld: ‘Een nieuw voorschootje, dat was een onzeggelijk dingen, iets om langs alle kanten om te keren en te bezien, iets vastelijks, iets om preus mede te zijn en schoon!...’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php