
vastzetten werkw. Uitspraak: [ 'vɑstsɛtə(n) ] Afbreekpatroon: vast·zet·ten Vervoegingen: zette vast (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vastgezet (volt.deelw.)
1) ervoor zorgen dat iets goed vast zit Voorbeeld: 'een ladder eerst goed vastzetten voordat je erop klimt' Synoniem: blokkeren
2) (geld) op een spaarrek...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/vastzetten

1) Aandraaien 2) Aannagelen 3) Arresteren 4) Bevestigen 5) Blokkeren 6) Fixeren 7) Immobiliseren 8) Klempraten 9) Opsluiten 10) Sjorren 11) Spalken 12) Vastbinden 13) Vastleggen 14) Vastmaken 15) Vatten 16) Verankeren 17) Verbinden 18) Vergrendelen 19) Verpanden 20) Verzekeren
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Vastzetten/1

1) Aanhangen 2) Aankoeken 3) Aannaaien 4) Aannagelen 5) Aanslaan 6) Afhechten 7) Beleggen 8) Bevestigen 9) Captiveren 10) Fixeren 11) Gevangennemen 12) In hechtenis nemen 13) Klem praten 14) Met spijkers bevestigen 15) Opsluiten 16) Schroeven 17) Sjorren 18) Tuien 19) Vastbinden 20) Vastleggen 21) Vastmaken
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Vastzetten/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.