I veel bijwoord Uitspraak: [ vel ] 1) in grote mate Voorbeeld: 'Zij is veel jonger dan haar broer.' veel geven om (iemand) (veel houden van iemand) veel houden van (iets of iemand) (dol zijn op (iets of iemand)) 2) vaak Voorbeeld: 'veel naar het theater gaan' II veel telwoord Uitspraak: [ vel ] 1) groot a...
1) Aanzienlijk 2) Assai (muziek) 3) Bijwoord van graad 4) Boel 5) Dikwijls 6) Een gelijk aantal 7) Een groot aantal 8) Een grote hoeveelheid 9) Frequent 10) Gedurig 11) Groot aantal 12) Grote hoeveelheid 13) Grote menigte 14) Hard 15) Heel wat 16) Heleboel 17) In grote getallen 18) Legio 19) Massa 20) Meermalen 1) Aanzienlijk 2) Boel 3) Dikwijls 4) Gedurig 5) Heleboel 6) Hoop 7) Legio 8) Massa 9) Menig 10) Menigeen 11) Menigmaal 12) Onderscheiden 13) Overvloed 14) Overvloedig 15) Plenty 16) Poly 17) Ruim 18) Ruimelijk 19) Rijkelijk 20) Takrijk 21) Tal 22) Talloos 23) Talrijk 24) Tig 25) Vaak 26) Veeltijds 
een grote hoeveelheid; in grote mate (toon de herkomst via de etymologiebank)
• groot in hoeveelheid • groot in aantal
onbepaald telwoord
onbepaald telwoord
aangespoelde rommel.