veilig bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈvɛiləx ] Afbreekpatroon: vei·lig zonder of buiten gevaar Voorbeelden: 'Via een zebrapad de straat veilig oversteken.' , 'We zijn veilig en wel op onze bestemming aangekomen.' Het sein staat op veilig. (het sein geeft aan dat er geen gevaar is) De kust is veilig. (je kunt er veilig door of langs) Synoniem...
1) Aangenaam 2) Behouden 3) Beschermd 4) Beschut 5) Betrouwbaar 6) Fijn 7) Geborgen 8) Gedekt 9) Gered 10) Gerust 11) Gevaarloos 12) Goedaardig 13) Kedin 14) Ongedeerd 15) Ongevaarlijk 16) Pluis 17) Richtig 18) Risicoloos 19) Safe 20) Save 21) Schootvrij 22) Secuur 23) Vertrouwd 24) Zeker 1) Behouden 2) Beschermd 3) Beschut 4) Buiten gevaar 5) Fijn 6) Geborgen 7) Gedekt 8) Geheid 9) Gered 10) Gerust 11) Gescheurd 12) Gevaarloos 13) Goed 14) Goedaardig 15) Haveloos 16) In veiligheid 17) Kedin 18) Leuk 19) Met weinig risico 20) Mooi 21) Ongedeerd 22) Ongevaarlijk 23) Pluis 24) Richtig 
beschermd, zonder gevaar (toon de herkomst via de etymologiebank)
beschermd tegen gevaar vb: in de tuin is het veilig, op straat niet
Veilig betekent dat er geen schadelijke effecten op de gezondheid door het gebruik van producten (met daarin chemische stoffen) te verwachten zijn. De uitspraak over ‘veilig’ gaat uit van normaal gebruik.
Def.: beschermd tegen gevaar
Def.: met weinig risico
beschermd