I velaar bijv.naamw. Afbreekpatroon: ve·laar (van spraakklanken) gevormd tegen het zachte gehemelte II de velaar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ve·laar Verbuigingen: velaren (meerv.) spraakklank die tegen het zachte gehemelte gevormd wordt . 3 definities...
1) Châlet 2) Châtelain 3) Châtelaine 4) Châtelet 5) Châtelineau 6) Châtillon 7) Cheque 8) Chèvres 9) Chéret 10) Chênée 11) Spraakklank 1) Omschreven klank 2) Spraakklank 3) Tegen het verhemelte gevormde klank 4) Tegen het zachte verhemelte gevormde klank 
klank geproduceerd door contact met het zacht gehemelte (toon de herkomst via de etymologiebank)
klank geproduceerd door contact met het zacht gehemelte
klank geproduceerd door contact met het zacht gehemelte
Een spraakklank gevormd dicht bij of tegen het zacht verhemelte; gutteraal of uvulair
Uit de woordenlijst van de uitspraak; (ook velair; bij klinker ook achterklinkers) achteraan in de mond gerealiseerd. Velare klinkers zijn de oe, o en a; velare medeklinkers zijn de g, G, ch, k, ng.