het venster zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈvɛnstər ] Afbreekpatroon: ven·ster Verbuigingen: vensters (meerv.) 1) glasplaat met (houten) lijst in een opening van een muur Voorbeelden: 'dakvenster' , 'Doe jij het venster dicht?' Synoniem: raam 2) apart deel van een computerscherm voor bepaalde gegevens of functies Vo...
1) Deel van een computer 2) Deel van het huis 3) Deel van een huis 4) Ruit 5) Vensterruit 6) Lichterik (volkstaal) 7) Kozijn 8) Kijkgat 9) Window 10) Lichterik 11) Deel van een dak 12) Sluiterik 13) Deel van een gebouw 14) Raam 15) Glimmerik 16) Raam met ruit 17) Raam met een ruit 
raam
[ bouwkundige termen] Een venster is een (licht)opening in de muur van een gebouw. Het verschil tussen een raam en een venster is dat met een venster het daadwerkelijke gat in de muur wordt bedoeld, terwijl een raam de opvulling van dit gat omvat.
raam (toon de herkomst via de etymologiebank)
Lichtopening, doorgaans voorzien van een kozijn gedekt door een boog in al zijn vormen, een strek of latei.
Licht- en/of luchtopening in een muur
uitsparing in muur met glas erin vb: voor het venster stond een plant Synoniem: raam
•een opening in de muur van een woning, waardoor licht naar binnenkan.
raam
Een venster is een raam. [basiswoordenlijst groep 3]
Een opening in de muur van een gebouw, om licht binnen te laten, meestal om te kunnen kijken, en vaak om lucht binnen te laten