ventileren werkw. Uitspraak: [ vɛntiˈlerə(n) ] Afbreekpatroon: ven·ti·le·ren Vervoegingen: ventileerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geventileerd (volt.deelw.) 1) verse lucht in een ruimte brengen Voorbeeld: 'de ramen openzetten om de kamer te ventileren' Synoniem: luchten 2) duidelijk en hardop zeggen Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ventileren
de lucht verversen vb: je moet hier beter ventileren, zet een raam open! je mening in het openbaar naar voren brengen vb: hij ventileerde zijn bezwaren tijdens de hoorzitting Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=ventileren