verleren werkw. Uitspraak: [ vərˈlerə(n) ] Afbreekpatroon: ver·le·ren Vervoegingen: verleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verleerd (volt.deelw.) niet meer kunnen wat je ooit hebt gekund Voorbeeld: 'Zwemmen verleer je nooit.' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verleren