
aanzwengelen werkw. Uitspraak: [ 'anzwɛŋələ(n) ] Afbreekpatroon: aan·zwen·ge·len Vervoegingen: zwengelde aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangezwengeld (volt.deelw.)
1) laten beginnen Voorbeeld: 'Ik wil met die jongeren in gesprek komen en een dialoog aanzwengelen.' Synoniem: op gang brengen
2) (iets d...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanzwengelen

1) Aanslingeren 2) Entameren 3) Ter sprake brengen 4) Aansturen 5) Opstarten 6) Aankaarten 7) Aansnijden
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanzwengelen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.