verloederen werkw. Uitspraak: [ vərˈludərə(n) ] Afbreekpatroon: ver·loe·de·ren Vervoegingen: verloederde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is verloederd (volt.deelw.) steeds slechter, viezer en lelijker worden Voorbeeld: 'De wijk verloedert als de huizen niet snel worden opgeknapt.' Synoniemen: : verslonzen, vervallen Synoniemen: ver... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verloederen