naderen - Voorbeeld: ‘Ze (= de jongens en meisjes) durven er (= het feest) niet naar verlangen. omdat het verlangen naar de blijdag tevens een vernaderen van de tijd meebrengt waarop de ommegang weer voorbij zal zijn’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php