dezerzijds bijv.naamw. Uitspraak: [ 'dezərzɛits ] Afbreekpatroon: de·zer·zijds van mijn of onze kant formeel Voorbeelden: 'naar dezerzijds oordeel' , 'bij schrijven van 15 januari 2010, dezerzijds ontvangen op 18 januari 2010' ... Gevonden op https://woorden.org/woord/dezerzijds