1.klein, beperkt Voorbeeld: ‘Aller ogen waren gericht op het vrouwke dat kwam aangelopen, met die vernepen kleine stapjes van oude mensen die zich haasten’ Voorbeeld: ‘Dat schamel, ouderwets vrouwke, met haar vernepen manieren, was zijn moeder’ (ibid. 145) 2.opeengedrongen Voorbeeld: ‘De lagere burgerij omvat het oversch... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php