verpachten werkw. Uitspraak: [ vər'pɑxtə(n) ] Afbreekpatroon: ver·pach·ten Vervoegingen: verpachtte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verpacht (volt.deelw.) verhuren van een stuk grond of water, of van het onroerende deel van een bedrijf aan iemand die er inkomsten of ander profijt uithaalt Voorbeeld: 'een boomgaard verpachten' S... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verpachten