verplanten werkw. Afbreekpatroon: ver·plan·ten Verbuigingen: verplantte Vervoegingen: verplant (volt.deelw.) (een plant of struik) op een andere plaats zetten Voorbeeld: 'Mijn zus wilde graag die begonia verplanten naar de tuin bij het nieuwe huis.' . Synoniemen: planten Spreekwoorden en zegswijzen • oude bomen moet men niet Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verplanten