verrassen werkw. Uitspraak: [ vərˈɑsə(n) ] Afbreekpatroon: ver·ras·sen Vervoegingen: verraste (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft verrast (volt.deelw.) onverwacht iets doen Voorbeelden: 'De plotselinge storm verraste de zeilers op het water.' , 'iemand verrassen met een bos rode rozen' , 'een verrassende keuze' Synoniemen: betrappen iema...
1) Betrappen 2) Bevreemden 3) Een verrassing geven 4) Onverhoeds overvallen 5) Onverwacht komen 6) Overrompelen 7) Overvallen 8) Snappen 9) Verbazen 10) Verblijden 11) Verwonderen 1) Betrappen 2) Overrompelen 3) Overvallen 4) Snappen 5) Verbazen 6) Verblijden 
overrompelen (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand blij maken terwijl hij dat niet verwacht vb: hij verraste mij met een bos bloemen
•iemand onverwachts met iets confronteren. •iemand onverwachts verblijden.
onverwacht verblijden - Jaar van herkomst: 1784 (WNT )