verschepen werkw. Uitspraak: [ vər'sxepə(n) ] Afbreekpatroon: ver·sche·pen Vervoegingen: verscheepte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verscheept (volt.deelw.) per schip laten vervoeren Voorbeeld: 'De huisraad is al verscheept naar ons nieuwe vaderland, wij vertrekken zelf morgen.' 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verschepen