versterken werkw. Uitspraak: [ vərˈstɛrkə(n) ] Afbreekpatroon: ver·ster·ken Vervoegingen: versterkte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft versterkt (volt.deelw.) sterker maken Voorbeelden: 'Het team wordt versterkt met twee nieuwe medewerkers.' , 'Zijn onzekerheid werd versterkt doordat zij er de hele tijd bij bleef.' , 'Sociale en...
1) Aangroeien 2) Aankweken 3) Aanscherpen 4) Activeren 5) Bekrachtigen 6) Beveiligen 7) Harden 8) Intensifiëren 9) Intensiveren 10) Krachtiger maken 11) Palissaderen 12) Pantseren 13) Redoubleren 14) Renforceren 15) Sterken 16) Sterker maken 17) Stijven 18) Toespitsen 19) Verhevigen 20) Verstevigen 1) Aanscherpen 2) Armeren 3) Bekrachtigen 4) Beveiligen 5) Harden 6) Intensiveren 7) Nuttigen 8) Pantseren 9) Stalen 10) Sterken 11) Stijven 12) Toespitsen 13) Verhevigen 14) Verstevigen 15) Verzwaren 16) Wapenen 
Let op: Spelling van 1858 in de schilderkunst, eene schilderij meer kracht in de teekening of in het koloriet geven
sterker maken vb: die oefening versterkt de spieren Synoniem: sterken
•sterker maken. •het aantal vergroten. •beter bestand maken tegen aanvallen.
sterker, krachtiger, talrijker maken
het voorzien van bewoonde plaatsen of terreingedeelten van verdedigingswerken
stalen (stabiliseren); sterken (stabiliseren) Ruimere term: stabiliseren